f   r   a   n  s   j   e   s   m  i   t   .   n   l

Een verhaal op internet over het gewicht van de ziel is een aanzet tot een hele rij wezentjes, allemaal met een eigen kwaliteit en ziel. Ze zijn gemaakt van wolvilt met borduursel en verder aangekleed met allerlei materialen als katoen, zijde, takjes, ijzerdraad en  gevonden voorwerpen. Het volledige verhaal over Duncan MacDougall staat onderaan de bladzij.

  g e w i c h t   v a n   d e   z i e l 

Kleine figuurtjes van 29x7 cm gemaakt van wol, zijde, takjes, katoendoek, geborduurd, knoopjes en ijzerdraad.

Gewicht van de ziel. Duncan MacDougall voerde in 1907 een experiment uit teneinde het bestaan en de massa van de menselijke ziel wetenschappelijk te bewijzen. Hij woog 6 tuberculose-patiënten tijdens hun stervensproces met bed en al op een industriële weegschaal. Het gewicht van de patiënt werd voor, tijdens en na de dood in de gaten gehouden. In 2 gevallen mislukte dit, vier anderen verloren direct of enkele minuten tot uren na hun dood een beetje gewicht. Volgens MacDougall moesten zijn experimenten herhaald worden om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. In de populaire media wordt 21 gram genoemd als de massa van de veronderstelde ziel. Dit getal is gebaseerd op het gewichtsverlies van de eerste patiënt: 21,3 gram.

Ieder mens is een uniek schepsel, een samenraapsel van kwaliteiten, cellen, associaties en eigenaardigheden. We bewegen ons over de aardkloot met wat we bij ons hebben. We komen anderen tegen, verbinden en laten weer los, inspireren en verketteren, overrijden en masseren. Als we er niet meer zijn, mist de mensensoep een ingrediënt, maar er komen weer andere smaken voor in de plaats.

Wat mij betreft hebben alle mensen een ziel en is wetenschappelijk bewijs niet relevant. Onze ziel is onlosmakelijk met ieder van ons verbonden, het is het stukje dat mij mij maakt. Wat mij intrigeert is dat dat stukje ongrijpbaar is en lastig te duiden, als een stukje heelal of eeuwigheid, en steeds weer verandert, groeit.

Al die verschillende en altijd unieke mensen inspireren me tot het maken van schepseltjes, ook elk met hun eigen inzichten en karakter. Ze rollen uit mijn handen en vertellen me hun naam. ze worden gewogen en krijgen hun eigen label.